vrijdag 10 oktober 2014

Het Minangkabause adathuis (Sumatra huis) in de Haagse vruchtenbuurt - DEEL 1


Vorige maand bladerde ik door het leuke en informatieve boekje Het Wilde Westen, van J.M. Knaud (1927-1999) met als ondertitel 'Herinneringen aan de Haagse Vruchtenbuurt en Ommelanden van weleer'. Het boekje bevat veel foto's van de Vruchtenbuurt in opbouw (jaren '20) tot in de jaren '60. Aangezien de auteur de buurt zeer goed kende - en van de lezers verondersteld werd de buurtgeschiedenis ook goed te kennen - is er wat informatie weggelaten. Voor de import-buurtgenoot is hierdoor niet alles te bevatten.
Op een van de geplaatste foto's stonden twee Oosterse bouwwerken met als onderschrift "Menangkabau'se huizen in de schooltuintjes bij de Kornoeljestraat, gezien vanaf de Bosbesstraat (Verz. Gem. Arch.)"  
Deze foto verraste mij toch wel. Deze voetnoot uit de buurtgeschiedenis kende ik niet en riep enkele vragen bij me op. Allereerst - Hoe kwamen deze exotische huizen in de Vruchtenbuurt terecht? En ten tweede....waar zijn ze gebleven? Inmiddels staan er andere gebouwen op het terrein bij de school/volkstuintjes. Het is al weer enige jaren gelden dat ik over het terrein liep maar volgens mij verwijst niets (meer) naar deze gebouwen.
Achter de gebouwen blijkt een interessante geschiedenis te zitten die tenminste vier decennia Haagse geschiedenis beslaat.


Koloniale Tentoonstelling in Parijs (1931) 
De gebouwen op de foto hoorden bij een veel groter geheel. Tezamen met diverse gebouwen uit de Indische archipel, Suriname en Curaçao vormden ze de Nederlandse bijdrage aan l'Exposition Coloniale International à Paris in 1931. 

Op de foto rechts staat het hoofdpaviljoen van de Nederlandse bijdrage op de omvangrijke en bekritiseerde (o.a. vanwege de "human zoo") Koloniale Tentoonstelling die duurde van 6 mei tot 15 november 1931. Ondanks de kritieke geluiden vonden 33 miljoen (!!!) bezoekers hun weg naar deze groteske uiting van kolonialisme.
Door een brand ging een groot deel van de Nederlandse koloniale gebouwen verloren, maar na enkele weken waren veel gebouwen weer hersteld door de noeste ijver. Schijnbaar kon men snel over extra bouwmateriaal beschikken - en over deskundig personeel. 

Indische Tentoonstelling in Den Haag (1932)
De Nederlandse bijdrage - of althans het herbouwde Indische deel - kreeg een tweede leven in het Haagse Westbroekpark in 1932. Hier werden de ontmantelde panden weer opgebouwd en op 14 mei 1932 opende prinses Juliana de Indische tentoonstelling die tot 30 september van dat jaar te bezichtigen zou zijn. 
In een filmpje van omroep West komen zowel de Koloniale Tentoonstelling in Parijs als de Indische tentoonstelling in het Westbroekpark aan bod. Als je de opnamen ziet - en de foto's bekijkt in de Haagse Beeldbank (van het Haags Gemeentearchief) dan vraag je je af waarom ze het niet in het park hebben laten staan. 

Westbroekpark, Den Haag, mei 1932
     

Verplaatsing van twee gebouwen naar de schooltuintjes (1933)
[...]waardoor Indisch leven en Indische cultuur aan de schooljeugd van onze stad, welke zooveel betrekkingen tot Indië heeft, kunnen worden voor oogen gesteld.



Op 11 april 1933 schrijft De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad:
Het Sumatra-huis blijft bewaard 
B. en W. van 's-Gravenhage stellen den Raad voor, aan de vereeniging, welke zich ten doel stelt, voor het Haagsche onderwijs een centrum van Indisch Volksleven tot stand te brengen, een renteloos voorschot van f 3000.— te verleenen, teneinde deze vereeniging in staat te stellen, van de gemeente te koopen het Sumatrahuis en het rijstschuurtje, zoals deze zich thans nog bevinden in het Westbroekpark (als restant van de Indische tentoonstelling) alsmede voor de Inrichting enz. van deze gebouwtjes, welke dan zullen worden overgebracht naar een terrein aan de Mient, behoorende tot de schoolen kindertuinen.
Het Minangkabause adathuis op de locatie aan de Mient (links)/Kornoeljestraat
Een artikel in Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië (26-4-1933) geeft wat meer context aan het verhaal van het behoud en de verplaatsing van de gebouwen naar de schooltuintjes: 































De Indische tentoonstelling had de gemeente klaarblijkelijk veel geld gekost en vanwege de bijzondere cultuurwaarde wilde men het "Sumatra-huis" met bijbehorend rijstschuurtje behouden. De schooltuinen aan de Mient bleken een zeer geschikte plek te zijn - ver verwijderd van andere bebouwing dit i.v.m. mogelijk brandgevaar. Een op te richten stichting - de Freule Elias Stichting - zou de verplaatsing van de gebouwen financieren en ontving voor dit doel een renteloze lening van de gemeente Den Haag. 
De huisjes stonden in april 1933 nog in het Westbroekpark maar Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië schrijft op 22-09-1934:
"(...) Sinds verleden jaar staat op het terrein der schooltuinen aan de Mient in Den Haag, tegen het geboomte van Oud-Eik en Duinen, een houten gebouw dat de vele wandelaars en fietsers die in dit stadskwartier 's Zondags nieuwe straten komen ontdekken, uitroepen ontlokt als: „de Indische tentoonstelling" of „Het huis van Bali". Het mooiste maakte het een vader met de volgende uitlegging: „dat is een Chineesche tempel; er zitten Japansche voorwerpen en schoppen en harken in."

" (...) Voor dit fraaie Menangkabausche familiehuis met zijn zespuntig dak en zijn sierlijk rijstschuurtje, dat eerst op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs en daarna op die in het Westbroekpark in Den Haag stond en dat, dankzij de Freule Elias-stichting voor Den Haag behouden bleef, was het deze week, op 8 dezer, een en al bedrijvigheid. En al die witte tafeltjes en stoeltjes die er bij stonden, wettigden de veronderstelling die wij hoorden maken, dat er nu een theeschenkerij in werd gevestigd, die vast wel zou trekken!"

"(...) Maar de Freule Elias-stichting, die de kennis wil vermeerderen van het Nederlandsche publiek omtrent het Indische volksleven, heeft er andere plannen mee en om daar belangstelling voor te wekken had zij, in samenwerking met het Museum voor het onderwijs en den dienst der school en kindertuinen een propaganda-middag georganiseerd, waarvoor veel belangstelling bestond."

"(...) „Boeatan" had in het ruime familiehuis kunst- en gebruiksvoorwerpen en vooral de prachtige gouden weefsels, afkomstig uit de Padangsche Bovenlanden tentoongesteld, en vier dames in karakteristieke feestkleedij van de bewoonsters van dat deel van Sumatra voorzagen de bezoekers van Indische lekkernijen. Bij afwezigheid wegens familieomstandigheden van den secretaris der Freule Elias-stichting, Ir. J. F. van Hoytema, sprak Dr. E. W. van Wijk, directeur van het schoolmuseum een inleidend woord, waarin hij er aan herinnerde dat zijn voorgangster, wijlen Freule Elias, de eer toekomt, dat het huis behouden bleef, reden waarom haar naam aan de stichting verbonden werd (...)"

"(...) Daarna zouden Raden Mas Waloejo, Raden Iskander en Raden Hardjodiringo dansen uitvoeren. Degeen echter die de gamelaninstrumenten van „Boeatan" zou halen, wist niet precies wat dat wel was en hij had zoodoende alleen een groote gong meegebracht. Die vergissing bracht wat oponthoud, maar tenslotte kwam de gamelan dan toch! Op een met matten belegd podium vóór het huis werden de instrumenten opgesteld en toen de spelers in hun kleurige kleedij hadden plaats genomen, kon de dans aanvangen (...)"

"(...) In den groenen tuin onder een stralenden hemel en tegen den achtergrond van het Menangkabauwsche huis was de Oostersche illusie van dit schouwspel bijna volkomen."
Het Minangkabause huis als tentoonstellingsruimte 1934-1940


De Freule Elias-stichting was voornemens het niet te laten bij kleine tentoonstellingen. Tot het uitbreken van de oorlog werden er drie grote tentoonstellingen georganiseerd in het gebouw bij de schooltuintjes met de volgende thema's:
1) Europese en Oosterse vezelgewassen (opening 27-6-1936)
2) Rubberwinning, bereiding, rubberproducten, harsen, gommen en etherische oliën.
3) Oliewinning (1938)
De opening van de eerste grote tentoonstelling is niet alleen op de gevoelige plaat vastgelegd maar er is ook gefilmd. Zie: http://www.haagsefilmbank.nl/archieven/5035 
Beschrijving van de filmopname - Korte impressie van de opening van een tentoonstelling over Europese en tropische vezelgewassen van de ‘Freule Elias stichting’; de Vereeniging Indisch Volksleven, in het Minangkabauwse huis op het complex van de 1ste Gemeentelijke School- en Kindertuin aan de Mient, op 27 juni 1936. Opening door Prof. Jr. C.L van der Bilt.

Van de petroleumtentoonstelling bleek de volgende foto aanwezig te zijn in het huidige gebouw bij de schooltuintjes. 

De boortoren en miniatuur-olieraffinaderij met boiler van de tentoonstelling over oliewinning (1938). Rechtsachter het gebouwtje "Onder de pannen" en daarachter de bebouwing van de Bosbesstraat. Op deze foto is ook goed te zien dat er niet twee gebouwen maar drie gebouwen zijn overgekomen. Naast het Adathuis en het gebouw voor rijstopslag is het derde gebouw te zien, een traditioneel Karo Batak (Noord-Sumatra) huis.                         
De schets hierboven laat het Batak Rumah Adat (traditioneel huis) zien tijdens Indische tentoonstelling in het Westbroekpark. Professor dr. G.A. van Poelje, directeur-generaal van Onderwijs en voorzitter van de Freule Elias Stichting meldde al bij de opening van de eerste tentoonstelling dat er een Midden-Sumatraans Batakhuis aangekocht zou worden om bij de schooltuintjes geplaatst te worden. Deze is tussen juli 1937 en midden 1938 geplaatst.
De gebouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog - "Ein Stück Indien in Den Haag" 
Het eerste oorlogsjaar zijn de gebouwen ongeschonden doorgekomen. In die Deutsche Zeitung in den Niederlanden (12-01-1941) stond een artikel met foto (zie voor het hele artikel 



Zelfs door de Duitse bezetter werd deze fijne bouwkunst gewaardeerd en "die uns [Duitse lezers] einen kleinen Begriff von einer anderen Welt vermittelt, ein wenig mehr aus der Nähe zu betrachten". 

Het Minangkabause huis na de Tweede Wereldoorlog

Deze ongedateerde foto moet tussen 1945 en 1948 genomen zijn. Het toont het huis in verval: het riet op het dak is ernstig uitgedund en ook het hout ziet er slecht uit. De entree lijkt een deel van de overkapping te missen. Verder ontbreken de twee bijgebouwen, zij lijken de oorlog niet overleefd te hebben. Waren deze bouwwerken door verrotting aangetast of zijn ze in de oorlogsjaren als brandhout geëindigd in de allesbranders van de Vruchtenbuurt?
De foto's hieronder zijn uit juli/augustus 1946




In deel 2 zal ik ingaan op het verplaatsen van het resterende gebouw naar een andere locatie......in Den Haag. Wordt vervolgd dus.... 

================================================================================================











3 opmerkingen:

  1. Beste Johan,

    Is deel 2 inmiddels geplaatst ik kan het namelijk niet vinden .
    Ik wil graag weten waarheen het is verplaatst.

    Vriendelijke Groet,

    Ton de Bruijn

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Ton,
    Ik heb het ruwe materiaal voor deel II grotendeels verzameld, maar wilde nog wat aanvullend archiefonderzoek doen in Den Haag en Rotterdam.
    Het is dus niet verplaatst maar is nog in wording.
    Hartelijke groet,
    Johan

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Johan,

    In het Nationaal Archief vond ik het volgende briefje:

    'Er wordt ernstig gewaarschuwd voor Mevr. Schoup, (Mient369). Deze zou de arrestatie van politie-officier en anderen in Indische huisje in de kindertuin aan de Mient op haar debet hebben.'

    Is hier iets van bekend bij jou of anderen, Johan. Ikj heb een boek over de man van deze mevrouw geschreven en wil graag weten waar dit briefje op slaat en wie die politie-officier is geweest. Misschien kunt u mij helpen.

    BeantwoordenVerwijderen